top of page

FAQ

  • Wat met de spanning tussen uitkeringen en minimumlonen?
    Referentiebudgetten geven de hoogte weer van de noodzakelijke uitgaven. Die liggen soms (met name voor gezinnen met kinderen die huren in de private huisvestingssector) dichtbij of meestal boven het nationaal gewaarborgde minimumloon. Om te voorkomen dat cliënten in de financiële hulp blijven hangen, kan een OCMW beslissen om aanvullende steun onder voorwaarde van een succesvol arbeidstraject toe te kennen. Opgemerkt moet worden dat de feitelijke minimumlonen in de meeste sectoren doorgaans een stuk hoger liggen dan het nationaal gewaarborgde minimumloon, zeker wanneer ook de eindejaarspremie en het vakantiegeld mee in aanmerking worden genomen.
  • Wat betekent menselijke waardigheid?
    Het begrip ‘menselijke waardigheid’ is een belangrijk juridisch begrip. Het vormt de basis van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Europees Sociaal Handvest, de sociale grondrechten in de Belgische Grondwet en van de OCMW-wet. “Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid” (art. 1 OCMW-wet). Het is de opdracht van ieder OCMW, en bij uitbreiding van ieder lokaal bestuur, om voor al haar inwoners de voorwaarden voor een menswaardig leven te realiseren. Hiertoe zet de gemeente maximaal in op een gelijke toegang tot de sociale grondrechten (art. 23 grondwet), waaronder het recht op menswaardig inkomen. Op de vraag wat een waardig inkomen inhoudt en hoeveel het bedraagt, geven referentiebudgetten voor maatschappelijke participatie een antwoord.
  • Kan je REMI gebruiken voor cliënten in collectieve schuldenregeling?
    Voor mensen in collectieve schuldenregeling kan een REMI-berekening worden gemaakt. Vooraleer de berekende REMI-toelage effectief wordt uitbetaald, moet er een akkoord zijn van de schuldbemiddelaar. Lees zeker ook het afsprakenkader (p.11) voor meer uitleg. Het is dus zeker mogelijk om bv op basis van het toegekende leefgeld een berekening te maken in REMI, en hierbij dan in het maandbudget/basisdossier ook wel rekening te houden met het gegeven dat misschien niet alle uitgaven door de client zelf betaald worden. Wanneer deze cliënt REMI steun ontvangt moet dit wel gemeld worden aan de schuldbemiddelaar (anders is dat mogelijke reden voor herroeping). Als de schuldbemiddelaar akkoord zou kunnen zijn dat deze steun een aanvulling is op het leefgeld, waardoor er minder extra's nodig zijn etc., dan kan deze steun helpen om de gemaakte afbetalingsplannen te kunnen naleven.
  • Wat zijn de verschillen tussen de geïntegreerde en de standalone versie?
    Binnen de geïntegreerde versie heb je het voordeel dat je gebruik kan maken van reeds ingevoerde gegevens. Op basis van een koppeling zal een deel van de velden al automatisch worden ingevuld. De geïntegreerde versie ziet er wat anders uit maar het idee is hetzelfde. Alle gebruikers van de geïntegreerde versie kunnen ook gebruik maken van de standalone versie. Neem contact op met uw softwareleverancier voor meer informatie en praktische details.
  • Waarom REMI?
    REMI berekent referentiebudgetten op maat van elk gezin. Hiervoor houdt REMI rekening met de reële leefomstandigheden en noden van ieder gezin. Die kunnen in belangrijke mate afwijken van deze van de typegezinnen waarvoor de referentiebudgetten worden opgemaakt. REMI stelt de mate van behoeftigheid vast aan de hand van het verschil tussen de hoogte van het netto beschikbare gezinsinkomen en de hoogte van het berekende referentiebudget. Ingeval van een negatief saldo, dient steeds te worden onderzocht in welke mate de gezinsinkomsten kunnen worden verhoogd en/of de vaste uitgaven kunnen worden verlaagd. Wanneer dit niet mogelijk is (op korte termijn), is een tussenkomst via aanvullende steun gewenst. Behalve een diagnose-instrument en een referentiekader heeft REMI ook een educatieve functie: het door REMI gegenereerde maandbudget kan bijvoorbeeld nuttig worden ingezet in een budgetbegeleidingstraject. Voor meer info lees het afsprakenkader.
  • Kan een OCMW de doelgroep kiezen voor wie men REMI invult en eventuele REMI-steun toekent?
    Er zijn geen voorwaarden vastgelegd met betrekking tot de doelgroep. Een OCMW kan autonoom kiezen voor wie men REMI gebruikt en eventuele steun op basis van REMI toekent. Wel bepaalt de federale overheid in het kader van de subsidieregeling dat een activeringstraject dient worden opgezet. Echter, een OCMW kan op basis van billijkheidsredenen hiervan afwijken. Vanuit het expertisecentrum Budget en Financieel Welzijn raden wij aan om de doelgroep zo ruim mogelijk te definiëren zodat men niet enkel curatief maar ook proactief hulp kan bieden en mogelijke financiële tekorten zo snel mogelijk worden gedetecteerd. Zie afsprakenkader 1.1.
  • Leidt het toepassen van REMI tot een hogere werklast voor maatschappelijk werkers?
    Het gebruik van REMI en het systematisch en proactief screenen van de behoeftigheid van gezinnen met behulp van REMI zal in het begin allicht meer tijd vragen omwille van het leerproces en zal wellicht ook leiden tot een uitbreiding van het aantal dossiers. REMI zorgt echter wel voor een ver doorgevoerde structurering van het sociaal onderzoek en van de opmaak van individuele dossiers en hierdoor wordt dan weer tijd gewonnen. Bovendien kunnen een aantal beleidsbeslissingen veel gemakkelijker worden geformaliseerd waardoor niet elk individueel dossier (uitvoerig) op het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst of op de raad voor maatschappelijk welzijn moet worden besproken. Het is niet zo dat alle velden steeds moeten worden ingevuld, enkel de reële huisvestingskosten zijn verplicht. Voor alle andere bedragen zijn referentiebedragen ter beschikking. Wanneer de maatschappelijk werker vermoedt dat er een grote afwijking is tussen de referentiebedragen en de reële uitgaven, raden we aan om de reële bedragen in te geven. Dit is een oefening tussen haalbaarheid en accuraatheid. Hierover maak je best afspraken binnen je OCMW.
  • Hoeveel bedraagt de financiële steun op basis van REMI?
    Er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de diagnose van financiële behoeftigheid door de REMI-tool en het geven van aanvullende financiële steun (AFS). Het toekennen van AFS gaat best gepaard met het nemen van maatregelen die de financiële tekorten structureel verkleinen of wegwerken, zoals: het uitputten van bijkomende rechten (op bv. een verhoogde tegemoetkoming, het sociaal tarief voor gas en elektriciteit, sociaal-culturele participatie, …), het verwerven van een (hoger) arbeidsinkomen of het verlagen van bepaalde uitgaven waar mogelijk. CEBUD raadt aan om het volledige negatieve saldo als AFS uit te keren aan gezinnen voor wie alle noodzakelijke stappen werden genomen om hun financiële leefsituatie structureel te verbeteren. Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat gezinnen in een armoedeweb verstrikt geraken. Aan de lokale besturen die onvoldoende budgettaire ruimte kunnen of willen vrijmaken om de volledige tekorten te dichten, raadt CEBUD aan om de AFS niet procentueel te verminderen omdat dit een verschillende impact kan hebben op gezinnen naargelang hun omvang of naargelang de grootte van de vaste kosten. Dit soort beslissingen moet echter worden genomen op het niveau van een OCMW (en niet door een individuele maatschappelijk werker). Zie afsprakenkader 2.3.
  • Meest gestelde vragen die tijdens het webinar gesteld werden over REMI en het gesubsidieerd project van de Federale overheid
    Alle vragen en antwoorden vind je terug op de website van POD MI.
  • De betreffende medewerker heeft de aangemaakte roluitnodiging niet aanvaard.
    Heeft uw medewerker de roluitnodiging niet ontvangen? Bezorg de link (zie stap 3.2 in het document 'REMI toegang voor OCMW's') aan de medewerkers waarvoor u een roltoekenning aangemaakt hebt. Door op de link te klikken en zich aan te melden zal de medewerker de REMI-rol toegewezen krijgen. 
  • Ik heb een probleem met het aanmaken van REMI roluitnodigingen via eGov.
    Voer de stappen uit zoals beschreven in het document 'REMI toegang voor OCMW's' Stap 1 en Stap 2. Blijft het probleem bestaan, verifieer dan alvast de zaken die in dit document opgelijst staan.
  • Het lukt niet om een (hoofd)toegangsbeheerder aan te stellen.
    Voer de stappen uit zoals beschreven in het document 'REMI toegang voor OCMW's' Stap 1 en Stap 2.
  • De rol is succesvol toegekend en door de medewerker aanvaard in eGov rollenbeheer maar de betreffende medewerker krijgt na het inloggen nog steeds een rood kruis te zien .
    Wanneer de betreffende persoon na het inloggen op eGov rollenbeheer de toegekende rol niet ziet, probeer dan de volgende stappen: - klik nogmaals op de link en aanvaard deze - indien dit niet lukt, nodig de medewerker opnieuw uit. Voer de stappen uit zoals beschreven in het document 'REMI toegang voor OCMW's' - Stap 3
  • In eGov zie ik geen REMI-rollen.
    Een (hoofd)toegangsbeheerder kan medewerkers binnen de organisatie toegang verlenen tot REMI.   Het toegangsbeheer verloopt via drie verschillende rollen:  - Medewerker  - Diensthoofd  - DPO  Het is mogelijk één of meerdere van deze rollen toe te kennen aan een medewerker via de overheidsapplicatie eGov-rollenbeheer. Voer de stappen uit zoals beschreven in het document 'REMI toegang voor OCMW's' Stap 3.
  • Er is een ander probleem.
    Contacteer ons dan via de helpdesk support@remiredi.freshdesk.com
  • De betreffende medewerker kan na het inloggen op eGov de toegekende rol niet zien.
    Heeft uw medewerker de roluitnodiging niet aanvaard? Verduidelijk aan de medewerker dat de roluitnodiging aanvaard kan worden door op de link te klikken in de e-mail.
  • Welke rollen kunnen er aan gebruikers toegewezen worden en welke mogelijkheid heeft elke rol precies?
    Rolbeheer wordt opgezet via de e-Gov applicatie. We onderscheiden de volgende rollen in REMI: Maatschappelijk werker: zij kunnen dossiers en maandbudgetten aanmaken en bewerken en hebben een overzicht over alle dossiers binnen hun OCMW. DPO: Zij kunnen de auditlogs van de applicatie raadplegen: deze vertellen wie op welk moment gegevens heeft ingevoerd, bewerkt of gewijzigd in het maandbudget of in het basisdossier van een cliënt. Zij monitoren het applicatiegebruik per gebruiker. Diensthoofd: op dit moment zijn er geen extra bevoegdheden ontwikkeld voor diensthoofden in REMI. Dossiers kunnen niet worden verwijderd omwille van de PODMI-inspectie in functie van de subsidie. Om dezelfde reden kunnen dossiers ook niet worden overgedragen van de ene gemeente naar de andere. Op korte termijn plannen we (export) op middellange termijn dashboard.
  • De betreffende medewerker heeft de aangemaakte roluitnodiging niet ontvangen.
    Een (hoofd)toegangsbeheerder kan medewerkers binnen de organisatie toegang verlenen tot REMI.   Het toegangsbeheer verloopt via drie verschillende rollen:  - Medewerker  - Diensthoofd  - DPO  Het is mogelijk één of meerdere van deze rollen toe te kennen aan een medewerker via de overheidsapplicatie eGov-rollenbeheer. Voer de stappen uit zoals beschreven in het document 'REMI toegang voor OCMW's' Stap 3.
  • Wat doe je met schulden en afbetalingen van schulden?
    Deze kan je ingeven onder de tab schulden. Op basis van afspraken binnen je OCMW beslis je welke schulden je opneemt in het maandbudget. Indien je de afbetaling wilt opnemen in het maandbudget moet je een afbetalingsplan met maandelijkse aflossing, start- en einddatum toevoegen. Zie afsprakenkader 1.3.7
  • Als er kosten voor een auto in rekening gebracht worden, worden andere vervoerskosten dan in mindering gebracht?
    Ja, dit geldt enkel voor de kost van een deelwagen en niet voor de kosten van het openbaar vervoer en de fiets.
  • Wat te doen als je zeer hoge luxe uitgaven niet wil meenemen?
    OCMW’s hebben de autonomie om te bepalen in welke mate ze bepaalde reële uitgaven wel of niet opnemen. Als uit sociaal onderzoek blijkt dat bepaalde kosten eerder luxe kosten zijn en dus niet essentieel zijn om een menswaardig leven te leiden, zijn er volgende mogelijkheden: Optie 1: Kosten aftoppen bij invoer in het basisdossier.Dit wordt vaak gedaan met huurkosten. Het is echter heel belangrijk dat OCMW's ervoor zorgen dat de afgetopte bedragen realistisch zijn en dat er regelmatig gecontroleerd wordt of mensen voor deze prijs een woning van goede kwaliteit kunnen vinden (zie ook Afsprakenkader 1.3.3). Een gevolg van meteen bij de invoer af te toppen is dat de werkelijke uitgaven nergens zichtbaar zijn en achteraf niet meer te achterhalen zijn. Optie 2 is om de volledige uitgaven op te nemen in het basisdossier, zodat deze zichtbaar blijven in het maandbudget, en ze vervolgens in de laatste kolom van het maandbudget (‘verrekend in budget’) aan te passen en te vervangen door verminderde kosten of het referentiebudget. Optie 3: Neem de uitgaven op in het basisdossier en als de REMI-uitvoer een negatief saldo laat zien, bespreek dan met de cliënt hoe deze uitgaven kunnen worden verlaagd. Je kan REMI gebruiken als een educatief hulpmiddel om cliënten te helpen meer inzicht te krijgen in hun uitgaven. Dit kan naast of voor het toekennen van AFS worden gedaan (of misschien is AFS niet meer nodig als de uitgaven kunnen worden verlaagd). In een volgend consult, nadat de uitgaven zijn verlaagd, kan er een nieuw maandbudget worden opgesteld.
  • Waartoe dient de simulatieknop?
    In de simulatiemodus kan je test-dossiers en maandbudgetten creëren zonder dat deze worden bewaard. Je kan deze dus niet overzetten naar een definitief dossier. Het basisdossier kan in de simulatie-omgeving niet worden afgedrukt. Het maandbudget kan je wel als pdf downloaden en afdrukken. In de simulatie-omgeving kan je automatisch een test rijksregisternummer genereren zodat je naar hartenlust kan testen.
  • Kan je in REMI rekening houden met spaargeld en hoe doe je dit?
    Je kan spaargeld ingeven ter informatie maar dit wordt niet automatisch meegenomen in het inkomen. Indien je een deel van het spaargeld wenst mee te nemen als inkomsten, geef je dit in als ‘extra inkomsten’. Hoeveel spaargeld je meeneemt en op welke manier spreek je af binnen je OCMW. Zie afsprakenkader 1.2.1.2.
  • Waarom komen de reële uitgaven in het maandbudget voor gegroepeerde categorieën niet altijd overeen met de kolom ‘verrekend in budget’, bijvoorbeeld in de categorie ‘ziekenfondsbijdrage, zorgpremie, hospitalisatieverzekering’?
    Dit kan worden verklaard doordat er naast werkelijk ingevoerde kosten ook nog kosten zijn waarvoor de referentiebudgetten in rekening worden genomen. De kolom ‘Verrekend in budget’ houdt rekening met de werkelijk ingevoerde kosten + met de referentiebudgetten waarvoor geen kost werd ingevoerd. (dit onderwerp komt uitgebreid aan bod in de Politeia gids 'Met REMI naar gelijkwaardige financiële hulpverlening' op pagina’s: 58-67)
  • Wanneer en op welke manier kan je sociale voordelen meenemen in REMI?
    Sociale voordelen worden niet automatisch in rekening gebracht. Bij het invullen van REMI voor een specifieke cliënt kan je sociale voordelen zoals de verhoogde tegemoetkoming in de gezondheidszorg natuurlijk wel in rekening brengen. We zijn voorstander om sociale voordelen in te geven in REMI wanneer we zeker weten dat de cliënt ook daadwerkelijk geniet van het sociaal voordeel. Enkel recht hebben op een sociaal voordeel is dus niet voldoende. Je kan sociale voordelen op verschillende manieren meenemen in REMI: Voor de meest voorkomende sociale voordelen voorziet REMI een veld waarin je de werkelijke uitgaven of inkomsten kan ingeven. Bijvoorbeeld: je kan de reële uitgaven ingeven voor elektriciteit en gas voor cliënten die genieten van het sociaal tarief en je kan het groeipakket inclusief sociale toeslagen ingeven in het daarvoor voorziene veld. Op deze manier houdt REMI bij de berekening van het maandbudget rekening met de sociale voordelen. Wanneer er geen afzonderlijk veld is voorzien voor de reële uitgaven kan je een sociaal voordeel invoeren als ‘extra inkomsten’. Op deze manier kan bijvoorbeeld de korting op openbaar vervoer worden meegenomen. Je kan dan een omschrijving toevoegen aan deze ‘extra inkomsten’ en men kan ook kiezen of het bedrag van het sociaal voordeel betrekking heeft op een jaar, een maand of een trimester.
  • Wat indien een gezinslid verblijft in een zorginstelling?
    REMI is niet specifiek ontworpen om een behoeftediagnose te maken voor mensen die verblijven in collectieve voorzieningen zoals een rust- en verzorgingstehuis, een zorginstelling voor personen met een handicap of een internaat. We raden dan ook af om REMI voor deze doelgroep te gebruiken. OCMW’s die dit toch wensen te doen, bevelen we aan om bij het invullen van een dossier alle inkomsten en noodzakelijke uitgaven van de bewoner van een collectieve instelling mee te nemen. Maak vooraf afspraken over: • Welke aangerekende kosten op de factuur worden beschouwd als noodzakelijke uitgaven? o Welke van deze aangerekende kosten zijn niet minimaal noodzakelijk, maar eerder wenselijk of luxueus? Deze moeten worden afgetrokken van het eindtotaal op de factuur. o Welke van deze kosten overlappen grotendeels met kosten die zijn opgenomen in de referentiebudgetten? Deze moeten worden afgetrokken van het eindtotaal op de factuur. • Welke uitgaven in REMI zijn niet van toepassing voor rusthuisbewoners (bv. huisvestingskosten). Die moeten dan op 0 worden gezet, behalve indien er nog een thuiswonende partner is waarmee de rusthuisbewoner inkomsten en uitgaven deelt. • Welke noodzakelijke uitgaven zijn niet in de kostprijs van een zorginstelling opgenomen (bv. de kosten voor kleding, ontspanning of mobiliteit)? o Deze kosten mogen niet op 0 worden gezet in het dossier of het maanbudget van REMI
  • Is het mogelijk om bepaalde uitgaven niet in rekening te nemen?
    Als je er in uitzonderlijke gevallen wil voor kiezen om bepaalde uitgaven niet mee te tellen, vul je € 0,1. Dit zorgt ervoor dat er voor die specifieke uitgave in het maandbudget geen referentiebudget meegenomen wordt. Zorg ervoor dat je € 0,1 ingeeft (en geen lager bedrag omdat de tool bij de omrekening van jaar- naar maandbedragen deze anders afrondt naar 0). Er zijn hierop enkele uitzonderingen voor gecombineerde kosten: Multimedia: Als je de kost van een combinatiepakket invult en tv, internet en telefonie op 0 zet dan telt het enkel de reële kost van het combinatiepakket. Verwarmingsbronnen: de kosten voor gas, mazout, steenkool en hout worden samengeteld. Als je de rekening voor één van deze energiebronnen invult, worden de anderen niet meegerekend. Schoolkosten: de verschillende schoolkosten worden samengeteld. Dus je moet ofwel alle reële schoolkosten ingeven ofwel alle velden leeg laten waardoor er met het referentiebudget wordt gerekend. Extra kosten: er wordt geen RB in rekening gebracht als je het veld leeg laat of op 0 laat staan, bv. kinderopvang, een auto, alimentatie, extra gezondheidskosten.
  • Hoeveel bedraagt het kostgeld voor inwonende werkende kinderen?
    Inwonende kinderen die geen recht geven op kinderbijslag worden in REMI als volwassene ingevoerd. Wanneer dit inwonend volwassen kind een eigen inkomen heeft, wordt dit inkomen standaard volledig meegenomen in de berekening van het netto beschikbaar maandinkomen. In de realiteit gebeurt het echter zelden dat inwonende kinderen hun eigen inkomen volledig afgeven aan hun ouders. Een meer voorkomende praktijk is dat zij hun ouders kostgeld betalen en ze tegelijk een aantal uitgaven (bv. voor kleding, ontspanning of mobiliteit) voor eigen rekening nemen. Hoeveel een inwonend volwassen kind in dat geval minimaal kost aan het gezin kan worden afgeleid van de referentiebudgetten. Een inwonend volwassen kind eet meestal mee uit de gezinspot en gebruikt ook mee de producten voor persoonlijke verzorging en kledingonderhoud. Daarnaast profiteert het eveneens mee van de huur, de verbruikerskosten, de kosten voor afhaalophaling of van de verzekeringen die zijn ouders betalen. In deze tabel vind je de minimale kost van een inwonend kind voor deze producten en diensten. Op basis hiervan kunnen de maatschappelijk werkers aan hun cliënten duidelijk maken welke kost hun inwonend kind minimaal met zich meebrengt. Deze bedragen kunnen zij dan op hun beurt als richtlijn hanteren om kostgeld te vragen aan hun inwonende kinderen met een eigen inkomen. Indien een inwonende kind kostgeld betaalt, raadt CEBUD aan om het inwonende kind niet in te voeren in het basisdossier. Op die manier worden de kosten en het inkomen van het kind niet in rekening gebracht omdat het kind zelf volledig in het eigen levensonderhoud voorziet. Dit biedt het kind de mogelijkheid om centje te sparen om later zelfstandig te kunnen gaan wonen. Voor meer info en cijfers zie productengids.
  • Is er een update beschikbaar met nieuwere energieprijzen?
    De energieprijzen in de referentiebudgetten dateren van mei 2023. Als gevolg van de evoluties op de energiemarkt en de prijsstijgingen voor consumenten is het mogelijk dat voor een aantal gezinnen de referentie-uitgaven voor energie uit REMI niet meer realistisch zijn. Daarom raden we aan om altijd te werken met de werkelijke verbruikskosten van gezinnen i.p.v. met de referentiebedragen voor energie in REMI. Niet alleen zijn de referentiebudgetten gebaseerd op de prijzen van mei 2023, daarnaast worden ze ook steeds berekend op basis van spaarzaam energieverbruik in kwaliteitsvolle, goed geïsoleerde woningen (gemiddeld over drie woningtypes, namelijk een appartement, een rijwoning en een vrijstaande woningen). In realiteit is aan die voorwaarden vaak niet voldaan. Om de werkelijke energiekost van een gezin te berekenen, kan volgende procedure worden gevolgd: Vraag aan cliënten hun jaarverbruik van elektriciteit en gas mee te brengen. Voer dat verbruik in de V-test in. Zo wordt duidelijk wat de huidige kostprijs bij de huidige leverancier is. Eén twaalfde daarvan kan je beschouwen als een realistisch voorschotbedrag. Dat bedrag voer je in REMI in. De tussenkomsten die de overheid de komende maanden zal geven, voer je in als inkomsten. Zo berekent REMI een accuraat verschil tussen inkomsten en uitgaven. Als de voorschotfactuur veel hoger ligt, kan je contact opnemen met de leverancier om, indien gewenst, het bedrag te laten verlagen. Als de V-test aangeeft dat een andere leverancier veel goedkoper is, kan je dat bespreken met de cliënt. In perioden van sterk fluctuerende prijzen, raden we aan om deze procedure op regelmatige basis te herzien.
  • Wat met kinderen die niet voltijds in het gezin verblijven?
    In REMI kan u de verblijfsregeling aanduiden die het dichtst de reële situatie benadert. Voor kinderen die niet voltijds in het gezin verblijven stellen we drie alternatieve opties voor: Grotendeels bij deze ouder (kind meer dan 20 dagen per maand in gezin cliënt): we gaan hier uit van een regeling waarbij de kinderen grotendeels bij de cliënt verblijven en slechts gemiddeld één weekend op twee en de helft van alle vakanties bij de andere ouder verblijven. Co-ouderschap (kind minder dan 20 dagen per maand en meer dan 10 dagen per maand in gezin cliënt): de kinderen verblijven week om week en de helft van de vakanties in het gezin van de cliënt Enkel weekends (kind 10 dagen per maand of minder in gezin cliënt): Het kind verblijft grotendeels bij de andere ouder en gemiddeld één weekend op twee en de helft van de vakanties bij de cliënt.
  • Wat kost een auto?
    Om voldoende mobiel te kunnen zijn berekenen de referentiebudgetten de kost van het openbaar vervoer, de fiets en het sporadisch gebruik van autodelen. Echter, op veel plaatsen in ons land hebben mensen een auto nodig om volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving (bv. om zich te verplaatsen van en naar het werk, om te winkelen of om, ingeval en een echtscheiding, de kinderen van de ene naar de andere ouder te brengen). Daarom berekent CEBUD ook de maandelijkse kost die verbonden is aan een wagen. De autokosten worden berekend op basis van de gemiddelde woon-werkafstand, vermeerderd met 10% om ook andere noodzakelijke verplaatsingen met de wagen mogelijk te maken. Standaard wordt aldus uitgegaan van 12 000 afgelegde kilometers per jaar. De kostprijs voor een auto vind je hier terug.
  • Hoe vaak worden de referentiebudgetten geüpdatet?
    Vanaf 2023 worden de referentiebudgetten halfjaarlijks geïndexeerd. In samenwerking met STATBEL, worden de prijzen van de goederen en diensten uit de referentiebudgetten aangepast op basis van de subindices van de consumptieprijsindex. Dit gebeurt op basis van de gemiddelde indices van het 2de kwartaal (Q2 : gemiddelde van april, mei en juni) en 4de kwartaal (Q4: gemiddelde van oktober, november en december). Deze indexatie wordt doorgevoerd en gecommuniceerd in het midden van het daaropvolgende kwartaal (voor Q2: augustus en voor Q4: februari van het daaropvolgende kalenderjaar). Hierdoor kunnen grote prijswijzigingen sneller worden doorgerekend. Om de 2,5 jaar (afwisselend in de zomer en de winter) wordt er opnieuw geprijsd en iedere vijf jaar wordt de inhoud van de korven volledig opnieuw bekeken. De gemaakte aanpassingen worden onderbouwd op basis van officiële richtlijnen, wetenschappelijke literatuur, expertkennis en focusgroepen.
  • Waar kan je de referentiebudgetten terugvinden?
    In de REMI-tool: Wanneer je een maandbudget genereert, worden de referentiebudgetten in specifieke uitgavencategorieën weergegeven in de eerste kolom. Didactisch materiaal: hier vind je alle achtergrondinformatie over de inhoud van de korven en de wijze waarop ze berekend worden. https://www.referentiebudget.be/korven - https://www.referentiebudget.be/remi-tool
  • Wat gebeurt er met de berekende maandbudgetten als de prijzen worden aangepast in REMI?
    De reeds berekende maandbudgetten worden niet automastisch aangepast bij een update. Elk OCMW beslist zelf wanneer een bestaand maandbudget herrekend moet worden in functie van AFS. Wanneer nieuwe maandbudgetten worden berekend, gebeurt dit steeds met de meest actuele prijzen.
  • Wat met de studentenkosten van zelfstandige studenten?
    Studerende (jong)volwassenen die niet meer thuis wonen en (via werk of een uitkering en eventuele studiebeurs) zelf hun studiekosten financieren, kunnen in een sociaal onderzoek naar behoeften niet op dezelfde manier worden behandeld als kinderen die nog thuis wonen. Deze jongvolwassen studerende kinderen zijn nog (grotendeels) afhankelijk van hun ouders voor hun levensonderhoud en het betalen van de studiekosten. Wanneer jouw OCMW in het behoeftenonderzoek rekening wil houden met de studiekosten van een zelfstandige student, doe je dit REMI als volgt. Je voert alle inkomsten van deze zelfstandige student (en huisgenoten) in REMI in. Als de student een studietoelage en/of een financiële steun van de hogeschool of de universiteit ontvangt, voer je deze in onder ‘andere inkomstenbronnen’. In het tabblad ‘uitgaven’ voer je de werkelijke studiekosten in van de zelfstandige student onder ‘andere uitgaven’. Denk hierbij aan het inschrijvingsgeld van de hogeschool of universiteit en aan de kosten voor cursussen, studieboeken, een computer en andere opleidingsspecifieke noodzakelijke studiekosten. Heel wat hogescholen en universiteiten beschikken vandaag over actuele overzichten van de noodzakelijke studiekosten per opleiding. In de productengids (zie 7.1 Onderwijs) en in de studentenbrochure (www.cebud.be/studentenbrochure) kan je zien hoeveel de gemiddelde studiegerelateerde kost bedraagt voor een student die het volledige inschrijvingsgeld betaalt bij een inschrijving voor 60 studiepunten. Woont de zelfstandige student niet in de buurt van de hogeschool of universiteit, dan hou je best ook rekening met vervoerskosten. Ook die voer je dan als afzonderlijke kost in onder ‘andere uitgaven’.
  • Kan je de invoer van het rijksregisternummer omzeilen?
    Nee, er moet voor elke cliënt verplicht een INSZ nummer worden ingevuld: ofwel het identificatienummer van het Rijksregister ofwel een geldig bisnummer (voor de personen die niet opgenomen zijn in het Rijksregister). Dit is het uniek nummer op basis waarvan OCMW’s dossiers opmaken.
  • Hoe kan onze nieuwe medewerker inloggen op REMI?
    Wij kunnen uw collega helaas geen toegang geven. De procedure in het overheidsplatform BOSA/FAS moet voor iedere gebruiker die toegang heeft tot de REMI-tool doorlopen worden. Het is dus noodzakelijk dat jullie toegangsbeheerder, die voorheen ook de gebruikersrollen heeft ingeregeld, dit ook doet voor de collega's die nu ook toegang moeten krijgen. U kan de stappen die u hiervoor moet zetten ook nalezen in onze toegangshandleiding die u kan terugvinden onderaan op deze pagina.
  • Wie kan gebruik maken van REMI?
    De REMI-tool is uitsluitend ontwikkeld voor OCMW’s. Een beperkte tool om referentiebudgetten op maat van iedere gezinssituatie te berekenen is beschikbaar voor iedereen.
  • Ik heb een vraag over het gebruik van REMI, waar kan ik terecht?
    Contacteer de helpdesk via volgend e-mailadres: support@remiredi.freshdesk.com
bottom of page